2. Metasequoia glyptostroboides - Randwijck
Aan de rechterkant, achter de Kruidvlieren (die u alleen in de zomer ziet) en de Vuurdoorns staat een groep Watercipressen Metasequoia glyptos…
Aan de rechterkant, achter de Kruidvlieren (die u alleen in de zomer ziet) en de Vuurdoorns staat een groep Watercipressen Metasequoia glyptostroboides. Deze boom komt oorspronkelijk uit het zuiden van China. Men dacht dat hij was uitgestorven tot hij in 1941 werd herontdekt langs de rivier de Yang-tse-tjiang. In het Arnold Arboretum in Boston kiemden in 1948 zaden van deze soort. Het arboretum stuurde de zaden naar diverse andere tuinen over de hele wereld en binnen korte tijd kwamen overal zaailingen op! Over de Kruidvlier (Sambucus ebulus) valt te vertellen dat ze een vaste plant is, die sterk doet denken aan een struik. Ze kan 1 à 2 meter hoog worden. De stengels sterven in de winter tot de grond toe af. Dat betekent dat u haar in de wintermaanden niet ziet. Diep in de grond heeft ze een lange, dikke snel groeiende en zich vertakkende wortelstok. Ze bloeit van juni tot augustus en vormt daarna zwarte bessen. De plant in zijn geheel staat te boek als zeer giftig. Vroeger werden de rijpe bessen wel als laxeermiddel gebruikt, maar door ongelukken die daarmee gebeurden, is men daarvan teruggekomen. Tegenwoordig worden de wortels gedroogd en er wordt thee van getrokken vanwege de laxerende werking. Blad en stengels worden gebruikt om stoffen geel te verven en de onrijpe bessen geven een blauw resultaat. In mei/juni ziet u hier langs de rechterkant veel Bosandoorn (Stachys sylvatica) staan, een lilapaarse lipbloem met daar tussendoor het Groot heksenkruid (Circea lutetiana). Deze plant heeft zeer kleine witte bloempjes in ijle trosjes.
